Blozen is voor de meesten van ons heel erg onprettig – je voelt de aandacht naar je toe trekken en je krijgt wangen zo rood als bieten. Maar voor bioloog Charles Darwin was deze lichamelijke reactie misschien de meest bijzondere van allemaal. Maar wat maakt het blozen zo speciaal? En kent het ook zijn evolutionaire voordelen?
Toen ik een paar maanden geleden op restaurant was met een paar senior onderzoekers uit het buitenland overkwam het me. Ik moest hen iets vertellen over een lopend onderzoeksproject. Het begon goed, maar op een gegeven moment voelde het alsof ik een kortsluiting in mijn hoofd had. Ik struikelde over mijn woorden en er kwam precies niks zinnigs uit. Ik voelde het meteen – mijn wangen begonnen heel erg warm te worden. Blozen. Ik wilde door de grond zakken en schaamde me dood. Gelukkig overkomt blozen iedereen wel eens, maar wat als ik je vertelde dat het ook zijn positieve kanten heeft?
Blozen is een reactie van je zenuwen waardoor de kleine bloedvaten in de huid meer openzetten en meer bloed naar je gezicht wordt gestuurd 1. Vaak gaat dit gepaard met een toename van roodheid en een gevoel van warmte rond de wangen, voorhoofd en nek. Deze reactie komt voornamelijk voor bij een aantal van de zogenaamde “zelfbewuste emoties”. Dit zijn emoties die ons aanzetten tot zelfreflectie – onder andere schaamte, verlegenheid, gêne, en schuld. Deze emoties hebben allemaal te maken met het bereiken van sociale doelen: hoe gaan we om met andere mensen? En hoe houden we onze sociale status in stand?
Charles Darwin, in zijn boek “Het Uitdrukken van Emoties bij Mens en Dier” noemde het blozen de “meest menselijke van alle uitdrukkingen”, menselijker dan een glimlach of gelach 2. Het gebeurt ook niet alleen bij volwassenen maar ook bij kinderen – uit ons eigen onderzoek zagen we dat 4-jarige kinderen in dezelfde mate als volwassenen bloosden 3. Over de evolutionaire functie van blozen kon Darwin niet veel zeggen. Het duurde ongeveer 130 jaar voor het blozen en serieuze onderwerp in de wetenschap werd – en nu weten we dat blozen een interessante evolutionaire functie heeft.
Terwijl blozen in het algemeen door mensen als negatief wordt ervaren, heeft het toch zijn positieve kanten. Als je bloost laat je andere mensen zien dat je bewust bent van je fouten of gedrag. In andere woorden, is blozen een communicatiemiddel. Door te blozen maak je het duidelijk dat je je status in de groep wilt behouden door je eigen fouten te erkennen. Ook nog is gebleken dat mensen die harder blozen minder zwaar worden beoordeeld voor hun misstappen 4.
Het voelt misschien heel onaangenaam, maar onderzoek laat zien dat mensen die blozen ook nog eens positiever worden ervaren door anderen. In één onderzoek lieten ze proefpersonen een vertrouwenstaak spelen met een virtuele tegenstander die ze in een voorafgaande taak had verraden 5. Nadien werd deze tegenstander met of zonder bloos aan proefpersonen getoond. Wat bleek is dat mensen de blozende tegenstander meer betrouwbaar vonden, en gaven deze persoon ook meer geld tijdens het spel. Blozen kan dus een signaal van ‘oprechte’ spijt zijn.
Dat wil niet zeggen dat blozen alleen maar voordelen heeft. Toch kan het voor veel problemen zorgen, vooral als het te vaak gebeurt. Psychologen noemen dit ‘bloosangst’. Mensen met deze specifieke angst proberen het blozen met alle mate te voorkomen, schamen zich dood en trekken zich terug als ze toch rood in de wangen worden. Gek genoeg zorgt het proberen de bloos te voorkomen voor meer blozen 6! Bij deze mensen voelt blozen allesbehalve positief.
Zoals je ziet heeft het blozen veel meer aandacht gekregen in de wetenschappelijke literatuur sinds de tijden van Darwin. Toch zijn er veel dingen die we niet zeker weten. Bijvoorbeeld, vanaf welke leeftijd beginnen kinderen te blozen? Komt het alleen voor bij negatieve zelfbewuste emoties – zoals schaamte en verlegenheid – of ook bij positieve emoties – zoals trots? En, naast het aangeven dat je oprecht spijt van iets hebt, kent blozen ook andere positieve sociale functies? In ieder geval – de volgende keer dat je een ‘tomatenkop’ krijgt, probeer dan aan de positieve effecten te denken, misschien gaat het dan ook sneller weg!
Referenties
1 Crozier, W. R. (2006). Blushing and the social emotions. The Self Unmasked.
2 Crozier, W. R. A. Y. (2001). Blushing and the exposed self: Darwin revisited. Journal for the Theory of Social Behaviour.
3 Riddell, C., Nikolic, M., Kret, M. E. (under review). Putting the social in emotions: the effect of audience presence on pride and embarrassment across ontogeny.
4 De Jong, P. J. (1999). Communicative and remedial effects of social blushing. Journal of Nonverbal Behavior, 23, 197-217.
5 Dijk, C., Koenig, B., Ketelaar, T., & de Jong, P. J. (2011). Saved by the blush: being trusted despite defecting. Emotion, 11(2), 313.
6 Dijk, C., van Emmerik, A., & de Jong, P. (2010). Omgaan met bloosangst. Psychopraktijk, 2, 22-24.