Gisteren had mijn hond een teek. Zo’n teek die het onschuldige jonge stadium voorbij is. Van het type “Lyme overbrengend” en monsterlijk groot. Op haar keel, net naast haar strottenhoofd.
Ik ben een dierenliefhebber, maar deze teek moest er uit.
Geen drama en zo gepiept. Hond op haar kussen op de rug gerold. Hypermoderne tekentang erbij. Tang op keel en hup teek eruit. Als beloning voor het rustige en ontspannen gedrag, wordt er nog wat gedold.
Een dag later ben ik bij een hond die elke aanraking door een mensenhand wantrouwt. Pas dan daagt het bij mij. Hoe bijzonder het vertrouwen tussen mijn hond en mij eigenlijk is. Mijn hond accepteert moeiteloos dat ik haar “bij haar keel pak” in spel of in verzorging. Bij een van de meest kwetsbare delen van haar lijf. Omdat zij mij vertrouwt. Vertrouwen dat na haar komst uit het asiel stapje voor stapje is opgebouwd.
De hond van vandaag accepteert nog geen vinger op zijn vacht. Niet omdat hij “vals” is. (Een term die in mijn optiek alleen voor muziekinstrumenten gebruikt zou moeten worden). Niet omdat hij dominant is.
Simpelweg omdat hij mensen en menselijke handen niet vertrouwt. En niemand ooit de tijd heeft genomen hem dat vertrouwen te geven. Dat maakt me intens verdrietig.
Kwetsbaar zijn we allemaal. Kwetsbaar zijn, is een onderdeel van het leven. Juist daarom is ons vertrouwen gegeven, of zou het ons gegeven moeten worden. Want vertrouwen krijg je nooit alleen, daar heb je anderen bij nodig.
Vertrouwen is cruciaal voor mens en hond. Zonder vertrouwen in ons eigen kunnen, halen we niets moois uit onszelf. Zonder vertrouwen in de toekomst worden we depressief en zonder vertrouwen tussen mens en hond, wordt een normale omgang tussen hen bijna onmogelijk.
Dit alles overpeinzend, leg ik onnadenkend mijn hand op mijn hond. Ze kijkt me met een zachte blik aan.
Vertrouwen. Bijzonder en bijzonder noodzakelijk.
Eerder gepubliceerd op https://www.linkedin.com/pulse/vertrouwen-ir-ineke-r-van-herwijnen?trk=mp-reader-card